Verdriet vasthouden kan blokkade geven
Ik wil je graag iets vertellen over het vasthouden van verdriet en wat dat met je doet. Ik kan dat het beste laten voelen met een verhaal.
Een jonge vrouw, halverwege de dertig, loopt uit de achterdeur van haar huis. Ze doet de deur achter zich op slot en loopt langs het vochtige gras. Ze is een beetje afwezig en kijkt naar beneden terwijl ze over het pad naar de schuur loopt. Ze doet niets vermoedend de klink van de schuurdeur omlaag en merkt niet dat de deur van de schuur op een kier staat. Ze doet de schuurdeur verder open om haar fiets te pakken. De plek waar haar fiets hoort te staan is leeg. Even staat de jonge vrouw verbaasd de schuur rond te kijken. Alsof ze uit een droom ontwaakt. Ze loopt een paar stappen achteruit en kijkt de tuin rond. Ze krijgt een naar gevoel, maar gaat die uit de weg. Ze stapt nu door het modderige gras naar de garage. Geen tijd om netjes over het pad te lopen. Dit is de kortste route naar de garage. Ze zet nooit haar fiets in de garage, maar ze gaat toch kijken. Helaas vindt ze ook hier niet haar fiets. Het nare gevoel komt verder in haar naar boven. Ze pakt de huissleutel uit haar jaszak en loopt terug naar haar huis. Binnen op de deurmat doet ze haar inmiddels modderige schoenen uit. Ze gaat met haar jas nog aan op de bank zitten. Er komen tranen omhoog. Haar mooie fiets is er niet meer. De tranen zijn weer weg als ze ineens denkt dat ze misschien de fiets gisteren niet op slot heeft gezet. Ze voelt haar maag als ze naar de keuken loopt waar de sleutels aan een rekje hangen. Daar hangt ook de fietssleutel. Even voelt ze een opluchting. Dan denkt ze na of ze de schuur wel heeft afgesloten. Weer die druk op haar maag. Ze gaat in gedachte terug naar de vorige avond. Ze had nog wat uit de vriezer gehaald en ja ze ziet hoe ze de schuur nog heeft afgesloten. Een korte opluchting en weer komen er wat tranen naar boven. Waar is toch haar mooie fiets?
Ze ploft met een zucht op de bank. Ze ritst de jas een stukje open. Wat nu?
In gedachte ziet zichzelf op de dijk naar haar werk fietsen. Ze kijkt op de klok. Het is tien minuten over acht. Dan is ze meestal op de helft van de dijk. Het leukste stukje fietsen naar haar werk. Vandaag fietst ze daar niet. Ze zucht een paar keer. Dan pakt ze haar telefoon en stuurt een berichtje naar één van haar collega's. Ze schrijft dat ze vandaag niet naar haar werk kan komen omdat haar fiets niet meer in de schuur staat. Het woord gestolen kan ze niet typen. Ze houdt haar telefoon nog vast als een paar minuten later haar collega een berichtje terugstuurt. Een lief berichtje waarin ze de jonge vrouw sterkte wenst en voorstelt om de afspraken die ze vandaag heeft voor haar af te zeggen. Ja denkt de jonge vrouw. Vandaag kan ze niet werken. Ze bedankt haar collega voor de lieve woorden en de steun.
Ze zet een kopje thee voor zichzelf en denkt na. Ze ziet weer voor zich hoe ze die mooie fiets heeft gevonden. Het was een model waar maar een paar exemplaren van waren gemaakt. De jonge vrouw viel gelijk voor de vrolijke bloemen op de fiets. Omdat de fiets al meer dan een jaar in de winkel stond kon ze flinke korting krijgen. Een mooie fiets en nog betaalbaar ook. De fiets paste helemaal bij haar. Vriendinnen en collega's hadden haar complimenten gegeven over de fiets en ook dat ze de fiets zo bij de jonge vrouw vonden passen.
De jonge vrouw nam een paar slokken van haar thee en dacht aan de politie. Ze pakte haar telefoon van de tafel en ging kijken hoe je aangifte kon doen. Dat kon gewoon online. Het viel mee om alle vragen te beantwoorden. Nadat ze de aangifte gedaan had wist ze eigenlijk niet wat ze nog verder kon doen. Ze appte een vriendin en niet veel later kreeg de jonge vrouw haar vriendin aan de telefoon. Ze praten lang over de mooie fiets en de leuke herinneringen aan de fiets.
Toen de avond viel ging de jonge vrouw nog een keer in de schuur kijken. Ze hoopte dat het misschien een droom was geweest en dat de fiets toch nog in de schuur stond. Helaas de schuur was nog even leeg als vanochtend. Ze sloot de deur en wilde de deur op slot maken. Toen merkte ze dat het slot niet meer werkte. Toch inbraaksporen dus. Ze nam zich voor om morgen maar even met de politie te bellen. Misschien konden ze dit nog verwerken in haar aangifte.
Tegen elf uur 's avonds kroop de jonge vrouw in haar bed, maar kon niet in slaap komen. Lang bleef ze piekeren over de fiets. Waar was de mooie fiets? Wie had die fiets meegenomen? Had ze echt niks gehoord vannacht? Ze voelde zich niet fijn dat iemand in haar tuin en in haar schuur was geweest. Ze liep nog een keer naar beneden om te kijken of ze de achterdeur wel goed in het slot had gedaan. Ze tuurde nog een keer door de gordijnen naar de schuur. Morgen bij de buren maar eens vragen of ze iets gehoord of gezien hebben. Ze baalde ervan dat ze daar niet eerder vandaag aan had gedacht. Ze ging weer in bed liggen en het duurde nog lang voor ze in slaap kon komen.
De rest van de week is ze thuis gebleven. Zonder fiets kon ze niet gaan werken. Thuis kon ze in principe ook werken, maar daar had ze even geen energie voor. De politie had ook niet veel hoop gegeven. Er waren meerdere fietsen gestolen en die gaan direct naar het buitenland had de politieagent verteld. De kans dat ze haar fiets terugvond was dus erg klein geworden.
Een buurman had nog de tip gegeven voor een fietsenwinkel in een dorp vlakbij waar je vrij goedkoop fietsen kunt kopen. De jonge vrouw was er nog niet aan toe om naar een andere fiets te gaan kijken. Hoe kan ze nu een andere fiets vinden. Die zou nooit kunnen tippen aan de fiets die ze had.
In het weekend zou ze samen met een vriendin gaan fietsen en onderweg ergens iets gaan drinken. De jonge vrouw had geen fiets meer en wilde de afspraak afzeggen. De vriendin stelde voor om te gaan wandelen. De jonge vrouw had daar eigenlijk geen zin in, maar ze vond het moeilijk om nee te zeggen. Ze wandelde vlakbij het huis van de jonge vrouw in een gebied waar de jonge vrouw nog niet eerder had gewandeld. Wel had ze hier een paar keer door heen gefietst. Het was hier heel mooi en zeker door te wandelen konden ze langer genieten van de natuur. Toch moest de jonge vrouw steeds aan haar fiets denken.
Ik ben heel benieuwd wat je voelt nu je dit verhaal over deze jonge vrouw hebt gelezen. De jonge vrouw is heel erg gehecht aan haar fiets en kan de fiets niet loslaten. De fiets is voor haar niet meer een los object, maar het is in haar ogen een stukje van de haar zelf geworden. Doordat de fiets nu weg is lijkt het voor de jonge vrouw alsof er een stukje van de jonge vrouw weg is. Er is een wond.
Dit verhaal gaat over een fiets. Eenzelfde verhaal kan gaan over iemand die een vaas laat vallen van haar over-over-grootmoeder. Of over iemand die een nieuwste gadget heeft gescoord, daar heel veel aandacht door krijgt en net die nieuwste gadget tijdens het fietsen uit de broekzak laat vallen in de sloot. Dat zijn materiele dingen. Het verhaal zoals hierboven kan ook gaan over een relatie, die door de partner wordt beëindigd terwijl ze dat niet aan zag komen. Of over een scheiding van twee ouders en waarvan het kind deze keuze niet kan accepteren.
Wat ik met het verhaal wil vertellen en laten voelen is dat de gebeurtenis heel verdrietig is. En dat daarna het proces komt van loslaten. Dan ontstaat er een wond en die kan nog pijnlijker zijn dan de gebeurtenis. De wond is het gevolg van de gebeurtenis. De situatie is veranderd en kan niet meer worden zoals die was. Het is vaak de angst voor die wond waarom je vasthoudt aan wat er was. Daarmee stel je het loslaten uit en stel je het ontstaan van de wond uit. Door het uitstellen blijft er wel iets in je lichaam vastzitten. Die blokkade kan zich gaan uiten in lichamelijke klachten.
Wil je met mij hierover doorpraten? Dat kan natuurlijk. Stuur me dan even een berichtje dan neem ik contact met jou op.
Ik kan niet voorkomen dat de wond ontstaat. Ik kan wel helpen de wond te helen!
Lieve groet
Judith